tine lefebvre

View Original

Een Brit, een tram en salami met look

Beeld u een tram in. Eivol, met zweterige lijven die afwisselend ruiken naar frietvet, kokosnootshampoo en salami met look. Het is er dorstig. Iedereen kleeft er aan elkaar (ongewild) en neemt de geur van vet, shampoo en look onvermijdelijk over van degene naast zich (eveneens ongewild). De jongste moet een jaar of tien zijn, de oudste minstens een ver eind in de zestig. 

Ter verduidelijking: ik ken ze geen van allen. Voor hen ben ik de vreemde eend in de bijt, het kind dat alleen in de tram staat tussen een mensenzee van kennissen, vrienden, familie en geliefden. Maar ik kijk, zonder dat ze het merken. 

We komen voorbij de halte 'Schep vreugde'. Ik glimlach, frons. Als in schep, schiep, geschapen? Of schep, schepte, geschept? Schep wat plezier bij elkaar, forens. Ver hoef je het niet te zoeken: de avond die we deelden, was mooi. Er was een Brit. Er was een gitaar. Er was een groot podium en een zaal die hij - de Brit - wist te vullen met enkel zichzelf. Ik snap nu ook waar de verwarring vandaan komt - vanop enkele meters afstand lijkt hij inderdáád op de wederhelft van Hermione Granger. 

Wij waren er. Jij en ik en zweetlijven.

Hij speelde enkele liedjes. Hij vond het cool dat we zijn songs allemaal konden meebrullen, amper één maand na hun release. Misschien gebruikte hij niet het woord 'cool', maar u bent vast intelligent genoeg om te snappen waar ik op doel. 

Hij was blij, wapperde met een Belgische vlag tot ons groot jolijt. 

Een Brit kwam liedjes zingen en de avond was mooi. 

Dag, Ed. Tot snel.